zondag 26 april 2015

Deel 11


‘De… de Hemel?!’. Luna’s mond viel open. ‘Maar dan, dan ben ik dus… dood.’ Haar tanden maakten een hard geluid toen ze haar mond weer dichtklapte.
Ze had plots moeite met ademen. Ik ben dood, dacht ze. Echt dood. Het voelde alsof iemand met een loden hamer in Luna’s buik geslagen had. Ze voelde hete tranen achter in haar ogen branden, maar knipperde ze weg. Ze zou niet huilen in het bijzijn van iemand anders.
Het mannetje krabde twijfelachtig aan het puntje van zijn neus. ‘Wel, daar ligt nu juist... het probleem, denk ik.’ Luna keek verbaasd op. Het mannetje verduidelijkte: ‘Jij bent tot nu toe het enige “levende wezen” dat hier is binnengekomen. Met andere woorden, je bent niet dood.’
‘Niet dood?!, Maar.. dat kan toch niet?’
‘Ja, toch is het zo.’, hij keek haar geïrriteerd aan. ‘Oh en, mijn naam is Jacques.’
Luna knikte beduusd. ‘Ik ben…’ ‘Luna. Ja dat weet ik.’, onderbrak hij haar.
Luna haalde haar schouders op. Eigenlijk verbaasde niets haar meer. Dat het mannetje…  Jacques…  wist wie ze was, kon er dus ook nog wel bij.
‘Dus… Als ik niet dood ben, wat doe ik hier dan?’, vroeg ze. Het mannetje wiebelde zenuwachtig heen en weer. ‘Daar zijn we nog niet helemaal uit.’, antwoordde hij, terwijl hij met zijn glitternagel alweer aan zijn neus krabde. ‘Maar als je mij wilt volgen, ik breng je naar de Consilia. Zij zullen wel weten wat aan te vangen met jou.’ Luna trok een van haar wenkbrauwen op. Ze had plots ongelooflijk veel zin om het mannetje een schop onder zijn kont te geven. Wat aan te vangen met haar. Alsof ze een stuk speelgoed was. Toch won haar nieuwsgierigheid het van haar ergernis. ‘Wie zijn de Consilia?’ Jaques’ antwoord klonk hol en ver weg, en nu Luna dat merkte, zag ze dat hij plots een meter of tien voor haar stond en haar ongeduldig stond aan te kijken. Ze holde naar hem toe. ‘De Consilia, jongedame’, hij keek haar streng aan, ‘is een bestuursraad. Ze bestaat uit 10 leiders, uitgekozen door het volk, die alles hier in goede banen leiden. Zonder hen was het hier een complete chaos.’ Hij draaide zich een wolk van glitters om en vervolgde zijn weg. Luna keek verbaasd om zich heen. De witte muren strekten zich nog steeds eindeloos ver uit en Luna kon nergens een levende ziel ontdekken. Ook geen dode. Wat ze dus niet snapte; hoe kon er chaos zijn in een wereld vol…  niets?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten