Luna kon het gewoon
niet geloven. Dat een man zo klein kon zijn! Hij kwam amper tot haar middel, de uitstekende plukjes haar meegeteld. De rest van zijn zilverwitte haar was in
een lage paardenstaart in zijn nek gebonden. Net als Luna droeg hij een wit
gewaad, dat op zijn rug was versierd met zilveren koorden. Ze liepen van net
onder zijn schouderbladen kruisgewijs tot zijn onderrug en waren daar vastgezet
in een zwierige strik. De uiteinden hingen in elegante krullen langs zijn
beentjes. Ook droeg hij geen schoenen. De tenen van het mannetje stonden krom,
maar zijn teennagels zagen er perfect verzorgd uit en waren blijkbaar met een doorzichtige
glitterlak geverfd. Nu Luna dat opmerkte, keek ze snel naar haar eigen voeten.
Ze schrok, want ook zij liep op blote voeten. Gelukkig waren haar nagels nog
niet in een of andere bizare kleur geverft, waar ze enorm opgelucht over was. Ze
begon het mannetje behoorlijk vreemd te vinden, maar eigenlijk best wel
grappig. Terwijl ze hem zo aanstaarde, bleef hij rustig staan. Hij leek het
helemaal niet erg te vinden dat Luna hem van kop tot teen in zich opnam. Het
leek alsof hij het wel vaker meegemaakt had. Alsof hij het al gewoon was.
‘Klaar?’, vroeg hij
uiteindelijk. ‘Huh!’. Luna deinsde terug. Nu ze de man zag terwijl hij sprak,
viel het haar nog meer op dat hij een zenuwachtig piepstemmetje had. ‘Euhm, ja
hoor…’, stotterde ze. Luna vervloekte zichzelf. Ze was nog nooit zo onbeleefd
geweest tegen vreemden. En deze man was zonder twijfel een vreemde. ‘Ik
bedoel’, zei ze, ‘Natuurlijk ben ik klaar. Het was helemaal niet mijn bedoeling
om zo te staren. Maar, het is hier zo… vreemd. Waar ben ik eigenlijk? En wat
doe ik hier? En wie bent u?’ Ze mopperde in zichzelf. Nu deed ze
alweer zo ongemanierd. Maar het mannetje grinnikte alleen. Hij leek het best
wel grappig te vinden. ‘Dat zijn behoorlijk veel vragen, jongedame. Gelukkig
voor jou, heb ik antwoorden.’ Hij kruiste zijn armen achter zijn rug en
liep een stukje verder de tunnel in. Ondanks zijn korte beentjes kwam hij toch
snel vooruit. Luna tilde haar gewaad op, zodat ze er niet over zou vallen, en
haastte zich achter hem aan. Zodra ze weer naast hem liep, sprak hij verder.
‘Allereerst, waar zijn we? Dat is nogal moeilijk uit te leggen. Je zou het
kunnen omschrijven als…’ hij draaide een plukje haren rond zijn vinger ‘… de Hemel, bijvoorbeeld. Of het Hiernamaals', hij haalde zijn schouders op. 'Het Paradijs
misschien,… Wat jij wilt.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten