zondag 29 maart 2015

Deel 8


Het was een complete chaos. Kinderen renden door elkaar, terwijl ze gillend om hulp riepen. De opvoeders probeerden wanhopig de kinderen bij elkaar te houden, maar wisten ondertussen zelf ook niet wat te doen. In het midden van alles kon Luna alleen maar naar het vuur staren. In zijn speurtocht naar zuurstof had de brand al de hele hoek van de kamer in lichterlaaie gezet. En het bleef maar uitbreiden. Plots bleef Luna als verstijfd staan. Eén van de houten pilaren, waar het dak op steunde, scheurde met oorverdovendgekraak in tweeën. ‘Pas op!’, gilde Luna, maar de zwarte rookwolken die haar mond vulden deden haar kokhalzen, en niemand hoorde de waarschuwing. Alsof het in slowmotion gebeurde zag Luna de balk naar beneden komen. Ze hoorde gegil. Luna zag plots haarscherp het kleine meisje, die met haar been vastzat in een gat in de grond. Haar ogen waren angstig opengesperd, en staarden in de richting van de balk, die elk moment op haar terecht kon komen. Ze probeerde koortsachtig haar been uit het gat te trekken, maar het zat muurvast. Hoe ze ook trok, haar been verschoof geen millimeter. Het meisje gilde, en dikke tranen trokken sporen in het zwarte stof dat haar gezicht bedekte. ‘Help!’, riep ze wanhopig. ‘Help, help!’ Een verstikkende hoestbui deed haar ophouden. Het meisje hapte naar adem, maar de de donkere rook absorbeerde alle zuurstof. Wanhopig graaide ze naar lucht. Luna aarzelde maar een seconde. Ze snel als ze kon baande ze zich een weg door de vuurzee en liep het meisje tegemoet. Dat ze daarmee ook haar eigen leven op het spel zette, deed er op dat moment niet toe. De vlammen verschroeiden haar huid, maar Luna voelde de pijn amper. Het kleine meisje lag doodstil. Zo snel ze kon rukte Luna het been uit het gat, waarbij ze haar handen openhaalde aan de scherpe stukken hout die uit de rand van het gat staken. Vuurrode druppels bloed welden op en drupten één voor één op de grond. Luna's polsen schrijnden. Toch liep ze met het meisje in haar armen weg van de balk, die op dat moment de grond raakte. De hele vloer daverde onder Luna’s voeten. Moeizaam worstelde ze verder. Ze ademde bijna niet meer, en de hele kamer leek te draaien. Aan de rand van haar blikveld begon het zwart te zien. Toch strompelde ze verder. Luna merkte amper dat het kleine lichaapje in haar armen stil lag. Te stil. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten