Het was een complete chaos. Kinderen renden door
elkaar, terwijl ze gillend om hulp riepen. De opvoeders probeerden wanhopig de
kinderen bij elkaar te houden, maar wisten ondertussen zelf ook niet wat te
doen. In het midden van alles kon Luna alleen maar naar het vuur staren. In
zijn speurtocht naar zuurstof had de brand al de hele hoek van de kamer in
lichterlaaie gezet. En het bleef maar uitbreiden. Plots bleef Luna als
verstijfd staan. Eén van de houten pilaren, waar het dak op steunde, scheurde
met oorverdovendgekraak in tweeën. ‘Pas op!’, gilde Luna, maar de zwarte
rookwolken die haar mond vulden deden haar kokhalzen, en niemand hoorde de
waarschuwing. Alsof het in slowmotion gebeurde zag Luna de balk naar beneden
komen. Ze hoorde gegil. Luna zag plots haarscherp het kleine meisje, die met
haar been vastzat in een gat in de grond. Haar ogen waren angstig opengesperd,
en staarden in de richting van de balk, die elk moment op haar terecht kon
komen. Ze probeerde koortsachtig haar been uit het gat te trekken, maar het zat
muurvast. Hoe ze ook trok, haar been verschoof geen millimeter. Het meisje
gilde, en dikke tranen trokken sporen in het zwarte stof dat haar gezicht
bedekte. ‘Help!’, riep ze wanhopig. ‘Help, help!’ Een verstikkende hoestbui
deed haar ophouden. Het meisje hapte naar adem, maar de de donkere rook
absorbeerde alle zuurstof. Wanhopig graaide ze naar lucht. Luna aarzelde maar
een seconde. Ze snel als ze kon baande ze zich een weg door de vuurzee en liep
het meisje tegemoet. Dat ze daarmee ook haar eigen leven op het spel zette,
deed er op dat moment niet toe. De vlammen verschroeiden haar huid, maar Luna
voelde de pijn amper. Het kleine meisje lag doodstil. Zo snel ze kon rukte Luna
het been uit het gat, waarbij ze haar handen openhaalde aan de scherpe stukken hout die uit de rand van het gat staken. Vuurrode druppels bloed welden op en drupten één voor één op de grond. Luna's polsen schrijnden. Toch liep ze met het meisje in haar armen weg van de balk, die
op dat moment de grond raakte. De hele vloer daverde onder Luna’s voeten.
Moeizaam worstelde ze verder. Ze ademde bijna niet meer, en de hele kamer leek
te draaien. Aan de rand van haar blikveld begon het zwart te zien. Toch strompelde
ze verder. Luna merkte amper dat het
kleine lichaapje in haar armen stil lag. Te stil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten