maandag 25 mei 2015

Deel 13


Luna liep zwijgend naast Jacques. Ze keek strak voor zich uit, probeerde een koepel rond zich op te trekken, vlak en uitdrukkingloos, hoewel haar gedachten door elkaar heen raasden en maar geen rust vonden. Ik ben van staal, dacht ze. IJzersterk en ondoordringbaar. Glad en emotieloos. Onverwoestbaar. Hoe vaker ze het herhaalde, hoe ongeloofwaardiger het klonk. Luna zuchtte. Als zichzelf moed inpraten niet werkte, zou ze een andere aanpak gebruiken. Ze ademde diep in en stelde zich voor dat de spanning die zich overal in haar lichaam bevond, oplichtte. Felle bundels zilverwit licht. Daarna probeerde ze die heldere schijnsels samen te brengen in twee draden. Met haar geest maakte ze die draden steeds dunner en soepeler. Ze duwde ze naar haar handpalmen en liet ze daar even rusten. Luna’s angst zat nu niet meer in haar hoofd, maar op een plaats waar die elk moment naar buiten gebokst kon worden. Dat maakte haar al wat rustiger. In stilte vervolgde ze haar weg. Ze vroeg zich af of ze er al bijna waren. Haar voeten hadden dringend rust nodig. Alsof het zo voorzien was, zei Jacques plots: ‘Stop. We zijn er.’ Luna keek op. Voor haar strekte zich een een enorme witte vlakte uit. Op sommige plaatsen zaten diepe kraters in de grond, waarin zich kolkende mist bevond. De grond bestond niet meer uit wolken, maar uit fijne zandkorreltjes. Het was alsof ze zich in een woestijn bevond, maar dan wel een kleurloze. Luna keek naar Jacques. Die stond rustig voor zich uit te staren. Na vijf doodse minuten kwam hij eindelijk in beweging. Uit één van de zakken in zijn gewaad, die er, dat wist Luna honderd procent zeker, eerst niet gezeten hadden, haalde hij een lange, broze stok. Hoe die ooit in de kleine zak gekomen was, bleef haar een raadsel. Met de stok tekende hij een patroon op de grond. Luna keek aandachtig naar Jacques’ bewegingen. Lijntje per lijntje zag ze wat er op de grond verscheen. Het was een ster. Een grote, maar simpele ster, met in het midden een halve maan getekend. Jacques zoog op het puntje van zijn tong, en ging met de stok naar het midden van de ster. Hij sloeg twee keer kort en twee keer lang op de afbeelding van de maan. Na dat te hebben gedaan, haastte hij zich naar Luna toe en greep haar hand, om haar weg te trekken van de plaats met de ster en de maan. En dat had hij beter niet gedaan.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten