zondag 10 mei 2015

Deel 12


Jacques bleef voor de zoveelste keer zuchtend staan, terwijl Luna, die nooit echt een goede conditie had, hem probeerde bij te houden. ‘Ooit een cursus toneel gevolgd?’, vroeg hij haar.
‘Huh?’. Luna streek een haarlok uit haar gezicht en voegde zich bij Jacques. ‘Nee, waarom?’
Jacques keek haar met vreemd twinkelende ogen aan, alsof ze juist iets fantastisch gezegd had. Luna had geen idee waar dat over kon gaan. ‘Wel’, ging hij verder, ‘Je imitatie van een slak is echt geweldig, Luna, je bent een geboren actrice!’ Hij klapte in zijn handen. Iedere lichaamscel van Luna schaamde zich dood. Toch deed ze iets wat ze vroeger nooit zou gedurfd hebben. Ze boog. Met een zwierig gebaar gooide ze haar armen de lucht in en stond zo diep voorovergebogen dat haar neus de grond bijna raakte. Hoewel, nu ze de “grond” van zo dicht bekeek, merkte ze dat die niet vlak was, zoals ze eerst dacht, maar bestond uit witte mist, die voortdurend in beweging was. IJle neveldraadjes krulden zich rond haar enkel, alsof ze haar mee de wolken in gingen trekken. Luna werd er zo door gehypnotiseerd, dat ze niet zag dat Jacques verdwenen was. Tot ze plots een stekende pijn in haar onderrug voelde. Snel krabbelde ze op, draaide zich om en stond oog in oog met een woedend kijkend, heel klein mannetje. Dat was zo’n grappig zicht, dat Luna haar hand voor haar mond sloeg en een lach probeerde onderdrukken. Blijkbaar was ze dan toch niet zo’n schitterende actrice, want Jacques’ boze frons werd breder. De steek die haar plots overvallen had, was vermoedelijk te wijten aan het feit dat Jacques haar een trap gegeven had. Het verbaasde haar hoe doeltreffend hij kon schoppen, en hoe hard. Ze keek Jacques boos aan. Die trok er zich niets van aan en liep zwijgend verder. Een hele tijd lang zeiden ze niets. Luna vroeg zich af of er eigenlijk nog wel een eind aan de tunnel ging komen. Volgens haar waren ze al een eeuwigheid aan het stappen. Tot Jacques plots stilstond. Het gebeurde zo plots. Luna botste tegen het mannetje op, wat haar nog een boze blik opleverde. Met een veelzeggende blik wees hij naar zijn voet. ‘Oke, oke… Ik heb het begrepen’, mompelde ze. Jacques ademde diep in en uit. Uiteindelijk zei hij: ‘Goed. Ik hoop dat je het onthoudt, want je leven zou er weleens vanaf kunnen hangen. Dat even terzijde.’ Luna hapte duidelijk hoorbaar naar adem. Jacques besteedde er geen aandacht aan. Hij ging verder: ‘Onthoud goed: wat er ook gebeurt daar, toon je emoties niet. Hou ze in de hand. Alleen zo heb je een klein kansje dat ze je je verhaal laten vertellen.’ Luna ademde beverig in. Ze probeerde zich te beheersen en zette haar gedachten op een rijtje. De enige manier om in leven te blijven, was geen emoties tonen en met een goed verhaal komen. Kon niet moeilijk zijn. Alleen... ze had geen verhaal. Ze wist niet eens wat ze hier deed, en hoe ze hier kwam. Laat staan waarom ze hier was. Ze had dus twee opties. Eén: liegen. Wat al geen goed plan was, want zoals Jacques al meermalen duidelijk had gemaakt, kon ze niet acteren. Of twee: zo snel mogelijk wegrennen en een uitweg zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten